Onze blauwdruk, hoe die onze relaties kleurt

Tijdens mijn telefoondiensten heb ik af en toe diepzinnige gesprekken over relaties. Wat is toch het geheim van een goede relatie? Wat breng jij in?  Wat mag je van de ander verwachten?

Ik wil proberen zo kort en bondig mogelijk te zijn, want met name dit onderwerp is een verleiding tot oeverloosheid.  

Even nog dit; ik heb niet alle wijsheid in pacht en schrijf maar voor de vuist weg wat ik zoal tegen ben gekomen tijdens die gesprekken en de conclusies die we in een dialoog met elkaar trokken. Commentaar en aanvulling is welkom!

Daarom val ik maar meteen met de deur in huis. In de psychologie spreken we bij verliefdheid vaak grappend over een "kortdurende psychose". ;-))  Waarom?  Omdat je romantische gevoelens niet worden gestuurd door het dagdagelijkse filter in ons systeem, geleid door onze neo-cortex, waarmee we afwegen of iets juist en verstandig is om te doen of niet. Het word gestuurd door hormonen, behoeften, verlangens en projecties.... en je blauwdruk.  We zien in een tijdelijke fase, die meestal iets van drie tot twaalf maanden duurt, de ander niet zoals die is, maar zoals we wensen dat die is.  We zien de oneffenheden niet of maken ze al dan niet bewust klein. 

Naarmate we ouder worden en meerdere ervaringen hiermee hebben opgedaan worden we hopelijk wijzer en iets rustiger, laten we ons niet teveel meer hierdoor leiden.  We hebben ergens een getraind waarschuwingssysteem ingebouwd dat we even moeten oppassen; is dit wel wat het lijkt? En, willen we dit nog?  Want het proces van verliefdheid, projectie, hormonen, behoeften, verlangens en onze eeuwige blauwdruk..... het komt weer los. Met alle emoties, angsten, geluksgevoelens en teleurstellingen die bij het ritueel horen.

Van alle aspecten die er aan vast zitten, zijn onze persoonlijke projecties en de blauwprint het meest beïnvloedbaar.

Van projecties kun je je bewust worden en die terugnemen, in de spiegel kijken en zien dat het van jezelf is.  Maar die blauwdruk.... die zit diep in je systeem, in je diepere bewustzijnslagen, waar je niet zomaar bij kunt.  En toch loont het de moeite om daar naar te kijken. Want de ervaring leert dat als je eenmaal bewust wordt van de blauwdruk er iets verandert.

Iemand vroeg me: Waarom val ik steeds op foute mannen (of vrouwen)? Waarom trek ik steeds mensen met grote problemen naar me toe? Waardoor ik niet aan mijzelf toe kom en aan mijn eigen geluk?  Ik ben als maar aan het redden en zorgen, en ik krijg niks.

Die vraag beantwoorden is altijd complex en persoonlijk. Maatwerk kan ik hier niet leveren. Maar er zijn wel wat gemene delers, die voor de meeste mensen opgaan. 

1. We hebben allemaal eigen communicatiepatronen. Van huis uit meegekregen en ontwikkeld in onze peergroup, onze generatie, onze vrienden en context. Daarom was er vroeger een uitdrukking "twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen". Ook al vind je elkaar lichamelijk nog zo aantrekkelijk, je voelt het al als die ander zijn/haar mond open doet. Daar komt een taal uit en een wereldbeeld dat niet overeenkomt met die van jezelf. Kleine afwijkingen oké, valt mee te leven, maar te grote afwijkingen leiden tot drama en conflicten.  En nu komt het, ook al lijkt de ideeënwereld aardig overeen te komen, de wijze van onderling communiceren kan zoals die vroeg is aangeleerd niet ideaal zijn. Vaak kom je daar later pas achter, als er dan uiteindelijk toch ergens iets wringt. Je had het niet verwacht, maar toch komt het een keer. En dan versta je elkaar ineens niet goed. Het is onduidelijk, je trekt te snel conclusies vanuit je eigen denkkader, en "plop" daar is de eerste stevige ruzie.  De enige manier om daar uit te komen is meta-communicatie over de communicatie. Wat bedoelde je en waar komt die gedachte vandaan?

2. Projectie.  We doen het allemaal onbewust. We zien iets bij de ander waar we ons zelf niet van bewust zijn, gedrag wat we zelf ook doen.  Niet echt goed luisteren. Rommelig zijn in huis en gewoon ons eigen ding doen zonder na te denken hoe dat voor de ander is. Geeft niet, als je dan maar niet piept als de ander zegt dat die het fijner vind als het een beetje anders gaat.  Je vind dat de ander erg veel praat, terwijl je zelf net een monoloog van een kwartier hebt afgestoken. Je vind dat de ander overal zijn vuile was neer pleurt, terwijl je zelf een stapel schone was op zijn bureau of werktafel legt en "even" wegloopt.  Je vindt dat je te weinig aandacht krijgt van de ander terwijl je zelf gewoon je eigen ding blijft doen op een moment dat die ander om aandacht vraagt en het jou even niet goed uitkomt.   Echt, we doen het allemaal. Serieus.   

Samen een bondje vormen gaat vaak door dit soort shit heen. Ik noem het "ego-shit". Het je realiseren dat jij daar geen uitzondering op bent en dat je de aanwezigheid van de ander met alle eigenheden, confrontaties en ongemakkelijkheden van dien zult moeten accepteren is een grote stap. Elkaar de ruimte geven en veel ruimte laten voor dat verschillend zijn. Verschil in behoeftes en verlangens, die tegen elkaar uitspreken, zijn volgende stappen die gezet dienen te worden in een sfeer van niet-oordelen. Oeh, oeh, oeh.... en dat laatste is super lastig.  Want we hebben een oordeel over de ander hoor. Meteen. Echt waar.  Ik hoor je roepen in je hoofd: nee hoor ik oordeel niet.  Jawel, je oordeelt wel. We zijn er op gebouwd in ons brein. We hebben een razendsnel oordeel over van alles en nog wat en dat moet ook van ons overlevingsbrein. We doen niet anders. Om dat te verminderen en wat verder van die identificatie met ons eigen oordeel over van alles afstand te leren nemen, vergt intense oefening.   Leer het maar eens:  "Ze geeuwt terwijl ik tegen haar praat, ze is fucking niet eens geïnteresseerd in me, ik hou mijn mond wel (klapt teleurgesteld dicht)." "Hij laat altijd scheten in mijn bijzijn, wat een viezerik eigenlijk, wat neerbuigend is dat (maakt er een boze opmerking over)".  "Ik moet altijd de vaatwasser leeghalen, wat een lui varken is het toch" "Ze wil nooit meer vrijen, het ligt aan haar". "En wie brengt altijd de kinderen naar bed?" "Waarom moet altijd studio sport op terwijl ik wil praten?"

Herken je iets?


3. Maar dan, die blauwdruk. Wat is dat?  Nou dat is wat je opdoet in je kinderjaren, en de eerste vier jaar zijn de belangrijkste.  Je ziet het ook bij onze lieve huisdieren. Het "nest" waar zo'n beestje uit komt is eigenlijk allesbepalend. Is het diertje veilig geweest, goed verzorgd en liefdevol behandeld? Heeft het op tijd aansturing gekregen en is het goed gesocialiseerd?  Dat is merkbaar voor het gedrag voor de rest van het leven. Ging er al heel vroeg iets mis, dan wordt dat zelden helemaal overwonnen.

Mensen kunnen veel, ons grote brein is "neuroplastisch" dat wil zeggen dat we nog aardig kunnen aanpassen.  Maar dan moeten we ons wel bewust zijn van de oorsprong van onze gedragingen. En dat duurt meestal effe. De een krijgt allerlei zelfinzicht in de puberteit, anderen doen er een half leven over eer dat kwartje valt.

De kern is dat we sterk ingeprent worden door onze ouders en andere belangrijke personen in ons leven, waar we een hechte band mee hebben (of proberen aan te gaan).  Er is veel onderzoek gedaan naar de communicatie tussen moeder en kind. Is er een goede respons of is de moeder zelf getroebleerd waardoor ze geen ruimte heeft voor de kleine. Of ze heeft het te druk met van alles, waardoor het maar sporadisch is en minder intens wordt opgebouwd. Anderen hebben ook invloed, het hele gezin en ook familie die regelmatig word ontmoet. Maar het begint bij moeder en vader. Wordt aan de  behoeftes voldaan (bestaansbevestiging in het "je bent welkom" gevoel, voeding, rust, basisbehoeften, maar ook regelmatig spel en aandacht)?  Of zijn daar leegtes, is er irritatie en boosheid onderling, geen geduld, of god verhoede; zelfs geweld, verslavingen?

Vuistregel (waar natuurlijk altijd uitzonderingen op zijn, dat spreekt vanzelf) is dat de ouder van de andere kunne (moeders voor jongens en vaders voor meisjes) vaak de meeste impact heeft op de blauwdruk.  En natuurlijk alle schakeringen die er tussenin zitten. Het ligt in bepaalde systemen (gezinnen) niet allemaal zo duidelijk en zwart-wit.  Het gaat ook niet om genders maar om de ROL die de mensen om de kleine heen spelen.

4. En nu het geheim: je ingeprente blauwdruk is je onbewuste zoekplaatje.  Je valt altijd in eerste instantie op iemand die veel lijkt op die vader of moederfiguur die emotioneel de meeste indruk op je heeft gemaakt.  Of dat nu is in positieve of negatieve zin. Dat kan in eerste instantie niet meteen opvallen. Vaak komt dat later pas boven water. Onze natuur echter wil altijd iets oplossen. Onverwerkte pijn of verdriet zoekt zich een uitweg en de voorprogrammering voor een bepaald patroon wordt onbewust herkend en trekt dat naar zich toe. Wat wil jouw innerlijk dan oplossen?  De blauwdruk in ons systeem wil vervulling, zoekt een goed en veilig gevoel, wil dat "innerlijke kind" troosten en eist GENOEGDOENING.   Dat is de kern. hier gaat het om. We willen het nog steeds in orde hebben, opgelost, bevredigd. Onbewust zoeken we in de verliefdheidsprojectie compensatie voor dat getergde kind in onszelf dat dit tekort gedaan zijn nog steeds voelt.

Het is weggedrukt. Je bent een grote zelfstandige meid, kerel of whatever you are, en je geeft er niet aan toe. Denk je.  Hier is de valkuil.  Het feest gaat gewoon door hoor, maar je bent het je niet bewust. Je valt steeds op hetzelfde type mens, die het tekort en het ongenoegen alleen maar aanwakkert in plaats van oplost, waar we allemaal in de romantische liefde op hopen.

Ja, maar Jezus, mens, wat dan wel?!?

5. Het beste uitgangspunt is altijd acceptatie. Verzet je niet tegen je verleden, je ouders of wat er allemaal is gebeurd. Het is gebeurd en het is een deel van je. Het heeft je gevormd en gemaakt tot wat je nu bent. Met zijn leuke en minder leuke kanten.

Probeer in een periode van zelfonderzoek te achterhalen wat de relaties die niet lekker liepen (of lopen) voor overeenkomsten hebben. Wat irriteert je het meeste? Waar gaat het steeds mis? Wat vond je eerst heel leuk aan iemand en vervolgens begon je je kapot te ergeren eraan? Wat zijn je grootste angsten? Verlaten te worden of juist teveel overspoeld? Ben je steeds geneigd de ander te "redden" en verzorgen ten koste van jezelf? Wie moest jij vroeger redden en verzorgen? Had je een ouder die verslaafd was ergens aan, of altijd depressief was?

Aanvaard dat de ander niet, nee nooit, de oplossing is. Wat doen andere mensen in ons leven? Ze zijn spiegels. Ze laten ons zien waar de illusie zit, waar de pijn van het gemis zit. Ze wijzen ons (al dan niet bewust) waar onze behoeftes en verlangens vandaan komen, zonder dat ze de verplichting hebben daar aan te voldoen.

Nog zo'n kern dat laatste.  De ander in je leven is er niet om aan je behoeftes en verlangens te voldoen. De ander mag zichzelf zijn en zijn/haar/het eigen grenzen trekken. Dit kan ik je bieden, dat niet. In alle eerlijkheid en oprechtheid. Van iemand houden krijgt dan een andere inhoud, een ander karakter.

Na een aantal relaties waarbij ik (en de ander) daar niet van bewust waren, waar al het bovenstaande mis ging, leerde ik door zelfonderzoek, groei door therapie voor dat beschadigde kind in mij, een ander levensgevoel. Het resulteerde in een gevoel van heeee, ik heb helemaal niemand nodig voor mijn geluk. Ik heb genoeg aan mijzelf, maar als er iemand langs komt die iets nieuws aan mijn leven kan toevoegen is die welkom.  Maar het hoeft niet. Het is geen must maar het zou meerwaarde toevoegen. Zonder dat ben ik ook heel, en genoeg, leuk en lekker. (En natuurlijk is iemand anders erbij gezelliger, duhhh)

Daarom: omarm je blauwdruk. Word je bewust van wat je als een gemis in je leven hebt ervaren en leer dit aan jezelf te geven. Zorg goed voor jezelf, geniet van wat je leuk vind en vooral geniet van jezelf. Als je dat kunt vervullen in je eigen systeem, dan heb je de blauwdruk grotendeels vervuld en speelt die een minder grote rol.

Dan kun je zo ver komen dat je iemand op je pad krijgt die dát spiegelt en je allebei de ruimte voelt om er te zijn zoals je bent, zonder verborgen blauwdruk agenda's met onuitgesproken verwachtingen waar die ander helemaal niet aan kan voldoen.

Scheelt een boel teleurstellingen en irritaties. De ander en jijzelf mogen er gewoon zijn, zonder dat je iets aan elkaar hoeft te veranderen of verbeteren. Je mag natuurlijk altijd zeggen wat iets met je doet. Maar de ander hoeft er niets mee. Het is van jou. Mocht je elkaar toch tegemoet willen komen op het wensen, behoeften en verlangens lijstje dan kan dat in vrijheid, waarbij niets moet en alles mag.


Liefs van Maris





Reacties

Populaire posts van deze blog

Samenvatting marathon interview Jim van Os VPRO over grote hervormingen in de GGZ dd 15-06-2024

Psychological aspects of war 1, The invasion of Russia in Ukraine compared with some Greek myths