Samenvatting marathon interview Jim van Os VPRO over grote hervormingen in de GGZ dd 15-06-2024

 

Jim van Os, tijdens een marathon interview voor de VPRO,  pleit voor grote hervormingen GGZ

Datum 15 juni 2024

“Het kan iedereen overkomen”….

Psychiater Jim van Os o.a. hoogleraar hersenen aan het UMCU, pleit voor een grondige hervorming van de GGZ en de DSM-5, het internationale classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen. In het marathon interview met Eva Koreman zegt hij dat de psychiatrie te ver is doorgeslagen in de behoefte om alles te diagnosticeren in vastgestelde codes. Dit om vooral ook de zorgverzekeraars een “hardgemaakte diagnosecode te kunnen geven”. Dat wil niet zeggen dat diagnosticeren volledig moet worden afgeschaft, maar wel dat er veel minder rigide mee moet worden omgegaan. "De tijd is echt rijp. We zitten nog met de taal van de 19e eeuw."

In zijn carrière heeft Jim van Os in meerdere landen als psychiater gewerkt. Daar heeft hij geleerd dat de cultuur van een land grote invloed heeft op de manier hoe de psychiatrie er wordt bedreven. "Elke cultuur ontwikkelt toch een zekere taal rond wat er gebeurt in de mentale ruimte en hoe het is als die ervaringen pijn doen." De introductie van de eerste DSM was volgens hem dan ook een goede manier om de grote verschillen tussen die nationale stromingen te overbruggen. "In het begin leek het een heel goed idee, want in de zestiger jaren van de vorige eeuw was het een grote ontdekking dat Engelse en Amerikaanse psychiaters hele andere termen gebruikten voor hetzelfde. Er ontstond een urgentie om een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen. Het is zo gewoon geworden dat we niet eens meer nadenken”.

Een Jantje-van-Leiden

Die taal is volgens van Os nu echter zover doorgevoerd dat het teveel de bovenhand is gaan voeren. "We hebben ons er met een Jantje-van-Leiden afgemaakt. In wezen wat we hebben gedaan is zeggen 'de ervaring psychisch lijden is een diagnose.' Dat klinkt heel stoer. Maar het probleem is dat mensen die met psychische problemen zitten, die zoeken naar een antwoord en oplossing enkel krijgen te horen: 'het is ingewikkeld, hier is een diagnose.'"  Maar dat is onvoldoende volgens Van Os. "Als dat wordt gereduceerd tot een woord of een diagnose dan is dat intellectueel en wetenschappelijk vrij lui." Volgens de psychiater zijn we daarmee de vraag wat psychisch lijden echt omhelst steeds meer uit de weg gegaan. "Het is zo gewoon geworden dat we niet eens meer nadenken."

Taal uit de 19e eeuw

Als het aan Van Os ligt zouden we de waarde van de diagnose minder groot moeten maken. "Je kan nog steeds diagnosticeren dat je gevoelig bent voor angsten, psychosen of stemmingswisselingen. Je kan nog steeds het grote cluster benoemen waar men toe behoort, dat vinden mensen ook heel fijn. De tijd is echt rijp om dat te veranderen, maar we zitten nog steeds met die taal van de 19e eeuw. ‘Schizofrenie’ bijvoorbeeld, of ‘Borderline’ alsof we niks beters kunnen verzinnen."

Neurodiversiteit

Een goed, eigentijds voorbeeld van hoe het anders kan, is volgens Van Os de taal die rondom het autisme-spectrum is gevonden. "Dat is een mooie taal, want je zegt dat er een spectrum is. Iedereen zit ergens in dat spectrum en daar waar je in omgevingen zit waar dat een voordeel is, is dat mooi. Maar als je in een omgeving zit waar dat een nadeel is, dan heb je een probleem."

 Het woord neurodiversiteit is daarbij steeds meer in opkomst, en Van Os noemt het een heel mooi concept. "Het zegt eigenlijk dat ieder mens een unieke ontwikkelingsconfiguratie heeft. En dat wordt beïnvloed door de omgeving. Iedereen is anders, in sommige omgevingen kun je uitstekend functioneren, in andere omgevingen heel moeilijk."

Neurodiversiteit is volgens Van Os daarnaast ook een uitnodigend begrip. "Je merkt bij jonge mensen dat ze het een fijn begrip vinden. Zij gaan af van verwoordingen als 'ik ben autist', of 'ik heb ADHD' alsof het een identiteit is. En daar zit ook het gevaar van het labelen." "Door te zeggen dat je neurodivers bent zeg je dat je bepaalde talenten en gevoeligheden hebt waar je mee moet leren leven en dat is precies de taal die we nodig hebben."

* (noot van de auteur van dit stuk) Dit relateert direct aan de nieuwe definitie van ‘gezondheid’ van Machteld Huber, “positieve gezondheid is het vermogen zich aan te passen aan de wisselende omstandigheden en een eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”  (Bron: “Gids aanvullende behandelingen voor de geestelijke gezondheid”, Marisca van der Burgh, Uitgave van Stichting Gezond Leven 2022) 

Een goede psychiater

Volgens van Os luistert een goede psychiater goed en zet zijn kennis en ervaring in, in dialoog met de cliënt, kijkt samen met de cliënt naar de context van zijn of haar ervaringen en zoekt samen een weg naar verlichting en genezing via de aangrijppunten in het levensverhaal.

Psychisch lijden is dat het vanzelfsprekende gevoel dat de nare gevoelens en ervaringen vanzelf weer verdwijnen ontbreekt. De toekomst is weg, er is een gevoel van hopeloosheid, de negativiteit overheerst in de wat van Os de ‘psychische ruimte’ noemt. Dit hopeloze gevoel wordt steeds erger, gedachten worden als zelfstandig opererende stemmen ervaren, de paranoia overheerst steeds meer en veranderen in gedachten als “iedereen is tegen me” of “ze willen me vergiftigen”.   Het mentale model van psychisch lijden is eigenlijk nog niet goed ontwikkeld. Dat kan dieper uitgewerkt en uitvoeriger. Er is erg veel variatie onderling tussen alle verschillende ervaringen namelijk. Er is veel meer dialoog nodig hierover, waarbij de diagnoses niet meer leidend zijn tijdens de gesprekken. Het is zoeken naar de juiste woorden, mensenwerk in direct contact. Geen algoritme maar ‘relationeel ploeteren’, echt contact maken, durven experimenteren en de mentale ruimte onderzoeken. 

Het is ook nodig om zo hele gezinnen te ondersteunen (systeem therapie), er zijn ook preventieve schoolprogramma’s nodig, kijken naar persoonlijke gevoeligheden die in een gezin vaker voorkomen enz. Het besef moet doordringen in de hele samenleving dat stress geestelijke problematiek erger maakt en ook dat het in principe IEDEREEN kan overkomen. Wel is het zo dat de een meer psychosegevoelig is dan de ander bijvoorbeeld. Dat is vaak genetisch vastgelegd, de combinatie met omstandigheden maken dat het naar boven komt of niet.  Jim vertelt ook van zijn eigen psychosegevoeligheid en die van zijn zoon. Het gebruik van Cannabis heeft het destijds bij zijn zoon getriggerd. Hij zelf geeft aan gevoelig te zijn voor alcohol. Daarom heeft hij zichzelf een limiet gesteld in hoeveelheden en sterkte. Hij merkte ook zelf dat stress hem bracht op de rand van grandioze (irreële) ideeën en hij daar door collega’s op gewezen werd.

Ecosysteem

Waar van Os voor pleit is een soort ecosysteem van ondersteuningsgroepen met ervaringsdeskundigen die cliënten begeleiden samen met een verpleegkundig specialist. In Australië wordt daar succesvol mee gewerkt, waarbij een psychiater soms langskomt ter consultatie.  De ervaring leert dat dit veel beter werkt dan dat mensen lang op een wachtlijst moeten voor een psycholoog en/of psychiater dan wel therapeut. Hij noemt dat ecosysteem “herstelacademies”.

Waar van Os momenteel tegenaan loopt is dat deze goede plannen stranden in de verschillende belangen van allerlei stakeholders, zoals de zorgverzekeraars, overkoepelende zorginstellingen zoals de IZA, financiële berekeningen, bureaucratie en het politieke landschap. Innoveren past niet in het plaatje, men is juist geneigd om heel conservatief te zijn, met name in Nederland in het zorgsysteem. In het integraal zorgakkoord zijn dingen bedacht die niet blijken te werken. Veel consultants en allerlei gevestigde partijen zijn erop gericht om het allemaal zo te houden zoals het is. Volgens van Os moeten er veel veranderdeskundigen op worden gezet, met de focus op gelijkwaardigheid en samenwerken. Psychiaters en psychologen/psychotherapeuten die vast willen houden aan het huidige systeem hebben een groot belang omdat ze hiermee een verdienmodel in stand houden.

Afstemmen en onderwijs

In de plannen van van Os moet de professional met de cliënt en de ervaringsdeskundige afgestemd samenwerken. Waarbij de cliënt zo min mogelijk afhankelijk moet worden van moleculen (medicijnen of microdoses psychoactieve middelen zoals psylocibine, MDMA en Ketamine).  Verder in het op scholen in het onderwijs ook belangrijk dat voor kinderen met speciale gevoeligheden en talenten kan worden ingespeeld, niet te snel sturen naar speciaal onderwijs.  Ook in het onderwijs is het belangrijk dat de boodschap overkomt dat er een “fluïde” spectrum is van genders en neurodiversiteit. Waarbij de nadruk moet worden gelegd op mentale weerbaarheid, als je je anders voelt dan de meerderheid, in opvoeding en scholing.

Maatschappij en het politieke landschap

Tot slot concludeert van Os dat het maatschappelijk en politiek de tijd nog niet rijp lijkt momenteel om het conservatisme los te laten in onze samenleving. De postmoderne mens met de “WOKE” mentaliteit die open staat voor elke vorm van diversiteit, wil nog te snel voor grote delen van onze samenleving. Hij ziet de terugval in conservatisme bij met name ook veel jongeren als een fase waar we met zijn allen doorheen zullen moeten om later alles beter te kunnen integreren.

Kortom, de vernieuwing proberen door te voeren, door proefplaatsen die kunnen bewijzen via de ervaring dat dit een betere weg is die de samenleving zal verbeteren en het leven voor mensen met neurodiversiteit en genderdiversiteit integreren in de hele samenleving. Acceptatie is de weg.

 

 

 

Samenvatting, Marisca van der Burgh, Bilthoven 16-06-2024

Reacties

Populaire posts van deze blog

Onze blauwdruk, hoe die onze relaties kleurt

Psychological aspects of war 1, The invasion of Russia in Ukraine compared with some Greek myths